Nieuwe cijfers over de productiviteit van de uitvoeringspraktijk:
sterke productiviteitsgroei bij Immigratie- en Naturalisatiedienst in 2021

18 januari 2023

Uit de laatste update blijkt dat bij de meeste uitvoeringsorganisaties in 2021 sprake is van een groeiende productiviteit.
Figuur 1 toont de productiviteitsstijging ten opzichte van 2020 in procenten.

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) laat de grootste stijging zien. De productiviteit van het agentschap stijgt ten opzichte van 2020 met bijna 30 procent. Deze toename is vrijwel geheel toe te schrijven aan de groei van de productie, vooral door een sterke stijging van het aantal behandelde asielaanvragen, maar ook door een flinke groei van reguliere aanvragen (van o.a. kennismigranten en studenten). Deze productiegroei vindt plaats zonder dat de kosten (gecorrigeerd voor inflatie) toenemen. Ook de kwaliteit van de dienstverlening lijkt over het geheel genomen weinig veranderd. Wel ziet het ernaar uit dat de sterke stijging van het aantal asielaanvragen de kwaliteit van de IND-beslissingen onder druk zet. Zo neemt het aandeel van de asielbeslissingen die standhouden voor de rechter tussen 2020 en 2021 af van 90 naar 84 procent. Ook is een lichte daling te zien van het aandeel van de asielaanvragen dat binnen de wettelijke termijn afgehandeld is. Daartegenover staat een (forse) verkorting van de doorlooptijd van de afhandeling van naturalisatieaanvragen en reguliere aanvragen. Ook is sprake van een relatieve daling van het aantal ontvangen klachten.

De productiviteitsgroei van de andere uitvoeringsorganisaties is bescheidener dan die van de IND. Toch is ook bij organisaties als het CBS, COA, Kadaster (KAD) en RDW de productiviteitstijging niet onaanzienlijk. Ook bij de SVB is een productiviteitsverbetering te zien, al is deze gering. Bij Rijkswaterstaat (RWS) groeit de productiviteit tussen 2020 en 2021 zelfs met bijna 14 procent. Net als bij de IND wordt de productiviteitstijging bij deze organisaties veroorzaakt doordat de productie toeneemt terwijl de kosten niet (of slechts beperkt) stijgen. Voor zover hierover gegevens beschikbaar zijn, lijken deze niet te wijzen op een mindere kwaliteit van de dienstverlening. Eerder lijkt sprake van een verbetering.

De productiviteit van twee andere uitvoeringsorganisaties in TiU is tussen 2020 en 2021 afgenomen. De productiviteit van het UWV daalt met bijna 13 procent, maar dat komt vooral doordat de productiviteit in 2020 flink omhoog was gestuwd door de extra productie die het UWV draaide als gevolg van de coronapandemie (sterke toename van het aantal WW-klanten en -aanvragen én de NOW-voorschotaanvragen). In vergelijking met de jaren vóór de coronauitbraak, is de productiviteit van het UWV in 2021 toegenomen. Anders dan bij het UWV past de productiviteitsdaling van het CJIB (bijna 9 procent) in een langere neerwaartse trend. Zoals in TiU is te zien neemt de productiviteit van het CJIB sinds 2010, afgezien van een korte groeiperiode tussen 2015 en 2017, voortdurend af.

Over TiU

Voor informatie over de achtergrond hiervan, en voor nadere informatie over de productiviteitstrends van de andere uitvoeringsorganisaties kunnen op het TiU-dashboard diverse publicaties worden gedownload. Later dit jaar volgt een nieuwe publicatie van IPSE Studies waarin de productiviteitstrends van de uitvoeringsorganisaties in het TiU-dashboard in samenhang worden beschouwd.

Voor vragen kunt u contact opnemen met Alex van Heezik (a.vanheezik@ipsestudies.nl) | 06-24517411).

 

IPSE StudiesNieuwe cijfers over de productiviteit van de uitvoeringspraktijk: